Erbinnen

“QigongMomentje” aflevering 5:

Ik sta met mijn rug naar de mooie groene muur in zaal 3. Voor mij staan 4 mensen die ik vaker in de les heb gezien. Ik laat ze een specifieke beweging oefenen die in de vaste reeks hoort die we wekelijks oefenen. Ze kennen de beweging allemaal al, maar het mooie van Qigong is dat je er altijd dieper in kunt gaan. Zoals mijn leraar me vorige week zei: “Qigong is nooit fout. En eigenlijk is het ook nooit goed.”

Ik doe de beweging met ze mee en laat ze hierbij letten op hoe groot ze de beweging maken, en hoe dat voelt. Als je erop gaat letten, is het voelbaar wanneer een beweging te groot voelt; dit ga je namelijk opmerken als spanning, als strekking, of op een andere manier. Ik laat ze de beweging expres te groot maken, om te voelen hoe dat is. Dan laat ik ze de beweging klein maken, om te kijken hoe dát is. Ook dat zal niet goed voelen en zal voelbaarheden creëren.

En dan, zonder er iets voor te hoeven doen, valt er bij een van de mensen het kwartje. Ze maakt de link met het echte leven. “Mooi deze oefening,” zegt ze. “want hoe vaak in het leven doe ik eigenlijk iets wat teveel is en ga ik daarmee mijn grenzen over. Je kunt hier natuurlijk ook binnen blijven!”

Ja. Dat kan zeker. En laat dat nou precies zijn waarom ik dit zo nuttig vind!

En nu ik dit schrijf zie ik nog een link: hoe vaak in het leven maken we dingen te groter dan ze hoeven zijn. Regen is nat. Maar soms doen we alsof het onze dag verpest. De koriander was op in de winkel. Vervelend, ja, maar we zullen er niet door verhongeren.

Aan de andere kant, kleiner maken is ook niet altijd goed. “Ja hij heeft me echt uitgefoeterd. Maar hij heeft het zelf ook zwaar.” of “Ik zou het fijn vinden als ze rekening met me zou houden, maar ja, laat maar. Het is ook niet zo erg.”

Zo leert Qigong mij dingen op ware grootte benaderen. Niet teveel, niet te weinig. Niet groter maken dat het is maar ook niet kleiner. Binnen de perken blijven, en van daaruit kijken wanneer het gaat stromen.