Pom… pom pom…

‘MassageMomentje’ aflevering 96:

Ze zit in een hoekje en wil daaruit weg. Ze ziet handen uitgestrekt voor zich, van haar man, haar moeder, haar zoontje. Tsja, hulp aannemen van anderen is niet bepaald iets wat ze gemakkelijk doet…

Ik zie mijn client haar armen op de tafel trillen, schokken, dan bewegen. Duidelijk willen die armen iets. Ik hoef het niet meer te zeggen, deze client is het gewend dat ik aan haar vraag haar lichaam te volgen. Een arm beweegt naar boven toe. Twijfelend. Er zit angst in de weg. Ze doorvoelt de angst en geeft er woorden aan. Van binnen maakt ze het helemaal mee en blijft kijken naar wat er gebeurt, in die angst. Zo onderzoekt ze waar de angst uit bestaat en probeert uit of datgene wat er in haar opkomt ook daadwerkelijk is wat ze voelt. Ik focus de aandacht weer op het beeld van de handen die zich naar haar uitstrekken.

“Wat zeggen die handen?” vraag ik. “Met welke intentie zijn die naar je uitgestrekt?”
“Die willen mij vastpakken, omhelzen.” zegt ze.
“En? Kun je dat toelaten?”
Ze schudt haar hoofd.

We blijven in de diepte. Ik wacht rustig af wat er gebeurt, vraag af en toe om toelichting, blijf aanwezig. Dan laat ze me weten dat de andere arm ook naar boven wil. Eerst nog even een beetje weifelend, maar dan pakken de beide armen elkaar stevig vast. Er komt veel los. Ik weet dat ze de sprong gewaagd heeft om een uitgstrekte hand te pakken.

Ze doorvoelt hoe dit is. Warmte. Liefde. Haar hele lichaam versmelt onder mijn elleboog wanneer ze dit toelaat, alsof het weer teruggaat naar de oorspronkelijke openheid waar we mee geboren worden. Vasthouden in het lichaam hoeft niet meer. Die handen mogen haar nu dragen.

Bij het uitmasseren van haar benen merk ik dat ze zachtjes geluid maakt, alsof ze zou willen neurien.
“Neurien mag hoor, kom maar…” spoor ik haar aan.
Na een paar seconden herken ik de melodie. Het doet me denken aan kikkers die saamhorig hun lied aan het kwaken zijn… Ik begin zelf ook mee te zingen, en bij het meest bekende stukje van het lied schieten me de woorden te binnen. “We all… stand… together…!”
Ik moet opeens hard lachen. Wat ontzettend toepasselijk!!! Mijn client lacht mee. Ook zij had niet door hoe toepasselijk dit liedje zou zijn toen de eerste noten in haar hoofd zich aan dienden. Pom… pom pom… tadida!